Twee...

ONDERBROEKEN

Twee onderbroeken liggen samen in de wasmand. Zegt de ene tegen de andere: "Ben jij op reis geweest? Je ziet er zo bruin uit."

PATATJES

Twee patatjes kwamen elkaar tegen. Vraagt de ene: "Waarom huil je?" Zegt de andere: "Mijn broer zit in de puree!"

BALLONEN

Twee ballonen lopen in de woestijn. Plots zegt de ene ballon tegen de andere: "Pas op, een castussssssss". Waarop de andere antwoordt: "Ik ben niet PANG"

ZAKENMANNEN

Twee zakemannen komen elkaar tegen. De ene zegt: "Ik heb mijn zaak met weinig middelen opgestart. Ik had namelijk alleen mijn verstand toen ik startte." De andere antwoordt: "Dan ben je in jouw geval met weinig begonnen!"

ZAKKEN CEMENT

Twee zakken cement staan met elkaar te praten. Plots zegt de ene: "Oh nee, het gaat regenen." 
"Zeur niet zo!" zegt de andere, "Je wordt daar hard van".